Beter Spellen

Als ik ’s morgens wakker word, is het eerste wat ik doe de vier opgaven uit Beter Spellen van die dag oplossen.

Dat gaat me doorgaans goed af, meestal scoor ik 100%. De opgaven zijn niet zo moeilijk, maar er zitten ook lastige tussen waar je best wel even over moet nadenken. En zoals dat vaak gaat: hoe langer je nadenkt, hoe meer je gaat twijfelen. Twijfelen met een lange “ij” dus. En weifelen moet met een korte “ei”. Dat is verwarrend, beide woorden lijken immers erg op elkaar, terwijl de betekenis van beide woorden ook niet zo ver uiteenloopt. En wanneer schrijf je wijds en wanneer weids; en wanneer pijler en in welke situatie peiler? Is het leiden of is het lijden? Dat zijn lastige kwesties, waar ik extra alert op ben. Zijn er ezelsbruggetjes voor? Nee, die zijn er niet, het zijn weetjes. Twijfel je, zoek het woord dan gewoon op in een woordenboek.

 

Vorige
Vorige

Het Groene en het Witte Boekje

Volgende
Volgende

73 procent van de werknemers ergert zich aan de spelling